Door Sieme de Wolf
Eén op de drie studenten krijgt tijdens zijn studie te maken met mentale gezondheidsklachten. Deze klachten, variërend van depressie tot burn-out of zelfs psychose, hangen samen met de uitdagingen waar een student anno 2019 mee te maken krijgt. En dat zijn er best veel, zo krijgen we te horen: prestatiedruk, relaties onderhouden, mantelzorg en financiële stress naar aanleiding van het invoeren van het leenstelsel.
Waarschijnlijk kent iedere student, filosofie of anders, wel iemand die door mentale gezondheidsklachten zijn studie (tijdelijk) moet stoppen. Of vraagt zich af waarom een bepaalde studiegenoot ineens niet meer in college te vinden is. Om aandacht voor dit fenomeen te vragen organiseerde ERA op maandag 3 juni in de Pauluskerk voor het eerst de Mentale Gezondheidsdag, want ook filosofiestudenten krijgen aardig wat voor de kiezen, wat genoeg reden is om er faculteitsbreed aandacht aan te besteden.
De dag begon met een opening door professor Han van Ruler. Van Ruler, onderwijsdirecteur van de ESPhil, liet zijn kans niet liggen om plaats te nemen achter de preekstoel, waar hij vertelde dat hij als student zelf ook te maken heeft gehad met psychische klachten en daar nog steeds mee om leert gaan. Hij was daarom begaan met de precaire situatie van zijn studenten. De absolute cijfers wat betreft de mentale gezondheid van studenten vond hij ‘verontrustend’, en daarom is het ‘geruststellend dat we het erover kunnen hebben’. Hij stelde een ‘diagnose’ van de situatie voor, om te kijken waar de knelpunten liggen, om vervolgens beleidsmatige maatregelen te nemen. Na Van Ruler volgde een verhaal van Toske Andreoli, die onderzoek doet naar dit fenomeen. Ze presenteerde de cijfers op een structurele en geordende wijze en bracht daarmee de situatie in kaart. Volgens haar onderzoek zijn er drie categorieën van fenomenen die mentale gezondheidsklachten veroorzaken:
- Prestatiedruk. We moeten veel te veel doen en leggen de lat erg hoog. Studie combineren met werk om de studieschuld laag te houden. Het liefst een zo rijk mogelijk sociaal leven onderhouden, binnen drie jaar afstuderen, een bestuursjaar doen, mentaal en fysiek gezond blijven, stage lopen en aan je cv bouwen, etc.
- Gebrek aan ritme/structuur
- Een competitieve cultuur onder studenten met als gevolg een meritocratisch ideaal dat de universiteiten overheerst: verschillen in succes als status, macht en inkomen moeten uit jezelf komen. Als je er niet ‘bovenuit steekt’ ben je geen succesvolle student en willen werkgevers je niet hebben.
Meer psychologen in dienst nemen was volgens Andreoli niet de oplossing, een betere sociale cohesie en studenten die meer aandacht aan elkaar besteden wel.
Andreolis verhaal werd opgevolgd door drie workshops, waar je kon kiezen uit Zelfmoordpreventie (georganiseerd door de stichting 113 Zelfmoordpreventie), Drugsgebruik (Trimbos) en Yoga (YogaYounity). De dag werd afgesloten met een plenaire discussie, waarbij een antwoord werd gezocht op de vraag: ‘Hoe kunnen we de sociale cohesie op de faculteit positief vormgeven?’. De aanwezigen, een mix van eerste, tweede, derde en vierdejaars filosofiestudenten en een enkele Double Degreër, discussieerden over het inrichten van een speciale (studie-)ruime voor filosofiestudenten en meer onderlinge sociale controle. Willen we minder studie-uitval en een prettiger studieklimaat, zou het bevorderlijk kunnen zijn om aan beide ideeën aandacht te geven. In ieder geval staat het op de agenda.
